Kenmerken :
Vruchtlichaam : Hoedvormig, poroïd, soms met een beperkt korstvormig gedeelte plat op het substraat. Solitair of in kleine groepen, over de gehele breedte
aan het substraat vastgehecht. Individuele hoed in bovenaanzicht segmentvormig, tot 10cm breed, en ongeveer half zo diep. In zijaanzicht smal driehoekvormig, met
een vrij scherpe rand, bij de aanhechting tot 3 cm dik. Bovenoppervlak glad of wat bobbelig, vrijwel kaal tot ruig harig, wittig tot grijs of bruingrijs.
Met 2 of 4 poriën per mm, nogal onregelmatig, wittig. Het vlees neemt ongeveer de halve dikte in, zacht en sappig, makkelijk scheurend. Geur zurig.
Voorkomen :
Herfst, op dood loof- of naaldhout, meestal op dikkere takken of omgevallen stammen.
|
